Om aan de verschillende behoeften van gebruikers te voldoen, hebben we 2 soorten apparatuur ontwikkeld: de "vacuümdruk” (model APV) en impregneermiddelen "door onderdompeling” (model DT).
De keuze van het meest geschikte impregneersysteem wordt gemaakt op basis van de gewenste beschermingsgraad voor houten constructies.
- VACUÜM-PRESPUITERS (APV-model): model geschikt voor het impregneren van houten constructies tot de gebruikscategorie 4.
- IMMERSIE TANKS (model DT): model geschikt voor het impregneren van houten constructies tot de gebruikscategorie 2.
Tabel met gebruiksklassen in overeenstemming met de Europese norm UNI EN 335-1.
Gebruiksklasse | Milieu | Risico |
1 | Situatie waarbij het hout binnen ligt, onder een afdak. Houtvochtigheid lager dan 20%. | Geen risico op schimmelaantasting; wel op insecten. |
2 | Situatie waarbij het hout binnen ligt, onder een afdak, maar waar een hoge omgevingsvochtigheid kan leiden tot incidentele maar niet aanhoudende bevochtiging. Houtvochtigheid af en toe hoger dan 20%. | Matig risico op schimmelaantasting; risico op aantasting door insecten en termieten. |
3.1 | Situatie waarin het hout buiten, boven de grond, beschermd is. Houtvochtigheid soms hoger dan 20%. . | Risico op schimmelaantasting; risico op insectenaanval. |
3.2 | Situatie waarbij het hout buiten, boven de grond, onbeschermd is. Houtvochtigheid vaak hoger dan 20%. | Risico op schimmelaantasting; risico op insectenaanval. |
4 | Situatie waarin het hout in contact is met grond en/of zoet water. Houtvochtigheid permanent boven 20%. | Risico op schimmelaantasting; risico op insectenaanval. |
5 | Situatie waarin het hout permanent is blootgesteld aan zout water. Houtvochtigheid permanent boven 20%. | Risico op aantasting door mariene organismen; risico op aantasting door schimmels; risico op aantasting door insecten. |